In het vorige artikel hebben we u een indruk gegeven van de school als gebouw en de manier waarop onderwijs werd gegeven. We gaan nu verder met het onderwijzend/ondersteunend personeel en de leerlingen.
Leerkrachten
In het vorige artikel noemden we al het vrij onverwachte overlijden van meester Lemstra (3 november 1948). De heer Albert Okken, neef van ondergetekende, uit Annen werd hier nu tijdelijk aangesteld als meester. Hij had net zijn opleiding aan de kweekschool in Groningen afgerond. De oudere leerlingen vonden dit best leuk omdat hij niet zoveel ouder was dan zij. Aan het begin van het nieuwe schooljaar van 1949 werd hij opgevolgd door meester Soer.
In de notulen van de ouderavond van december 1949 lezen we dat meester Soer, als nieuw hoofd der school, welkom wordt geheten door de voorzitter van de oudercommissie, de heer W. Wolthuis uit Schipborg. Het gezin Soer ging wonen in de meesters-woning naast de school. Voor de weduwe Lemstra en haar drie dochters had de gemeente een nieuw woonhuis laten bouwen aan de Lunsenhof 12. Meester Soer gaf les aan de klassen 4, 5, 6 en 7, juffrouw Jonker aan de klassen 1, 2 en 3.
Zij was hier al tijdens de periode van meester Lemstra. Ze had zo haar eigen (vooruitstrevende) ideeën; b.v. kinderen die links schreven, mochten dat gewoon blijven doen. Ze woonde in Schipborg, ze vertrok in 1952 naar Haarlem. Of een relatie, die in de oorlog om politieke redenen verbroken werd, hier mede debet aan was, laten we in het midden. Zij werd opgevolgd door juffrouw van Aalst uit Assen.
Deze, nog heel jonge juf, is hier maar 2 jaar gebleven. Zij werd opgevolgd door juffrouw ter Velde, door de kinderen al snel juffrouw Veldmuis genoemd.
Na meester Soer kwam in 1954 meester van Dijk, hij kwam over vanuit Eexterzandvoort. Tussentijds werd nog even les gegeven door juffrouw Timmer uit Zuidlaren. Meester van Dijk kwam, op zijn eerste werkdag, op school aan op zijn motor. Hij maakte gelijk veel indruk door zijn imposante verschijning, hij was erg lang en had een grote neus.
Ook herinneren wij hem ons nog als de “grote boze tovenaar”, een rol die hij vervulde in een toneelstuk, opgevoerd door het onderwijzend personeel van de gemeente Anloo, tijdens een Sinterklaasfeest. Hij en zijn vrouw betrokken vrij snel de meesters-woning. Het echtpaar was kinderloos. Ook mevrouw van Dijk was onderwijzeres, ook zij heeft nog in Anloo les gegeven. De motor werd t.z.t., tot grote hilariteit van de kinderen, vervangen door een autootje op drie wielen met de deur aan de voorkant. Nog wat later kwam er toch een gewone auto.
We kunnen ons de strafmaatregelen van meester van Dijk nog goed herinneren. Wanneer je vervelend of ondeugend was, kwam je naam op het schoolbord. Bij een herhaling, op dezelfde dag, kwam er een streep onder en moest je nablijven. Zo heeft van Dijk vele overuren moeten maken.
Hij heeft nog heel veel jaren aan onze school gestaan. Hij was nog meester toen onze kinderen naar school gingen. Nadat in 1970 zijn vrouw overleed, ging zijn functioneren als onderwijzer hard achteruit. Hij wilde echter niet stoppen.
In 1976 beëindigde hij zijn loopbaan, mede onder druk van de oudercommissie, en verhuisde naar Norg, waar hij nog enkele jaren prettig heeft mogen wonen. Ook het contact met Anloo ging niet verloren, hij bezocht nog regelmatig de toneelvoorstellingen van Excelsior.
De godsdienstlessen werden in die tijd gegeven door de dominee. Eens per week kregen we hierin les van dominee Hanenburg. Een conciërge was er niet, de school werd aan het eind van de week schoongemaakt door mevr. L. Matthijssen-Zwiers.
De leerlingen
De kinderen kwamen in die tijd uit Anloo en Schipborg. De kinderen uit Schipborg kwamen op de fiets en bleven tussen de middag over. De meegenomen boterhammen werden in de middagpauze opgegeten. Bij mooi weer buiten en wanneer het regende binnen of in het kolenhok, van een kantine of overblijflokaal was toen nog geen sprake. In de notulen van de ouderavond van december 1949 stelt de heer T. Schuiling uit Schipborg voor, om tussen de middag melk te schenken aan de overblijvende kinderen. In een later verslag van de ouder commissie lezen we hierover dat meester Soer de melkschenkerij toch niet zo’n succes vindt, veel kinderen lusten geen melk of de “vlijen” (vellen) niet.
De gemeentegrens bepaalde toen nog naar welke school men ging. Dit had tot gevolg dat de kinderen, die woonden aan de weg van Zuidlaren naar Tynaarlo nabij de tunnel onder Rijksweg 34, in Anloo naar school moesten, terwijl ze eigenlijk veel dichter bij Zuidlaren zaten. Mede hierdoor werd besloten ook in Schipborg een school te bouwen. In 1954 gingen de Schipborgers naar hun eigen school.
In 1953 was het aantal nieuwe leerlingen zo hoog, dat een gedeelte van de derde klas bij de meester kwam te zitten. Best een zware taak voor de meester, hij had nu 5 klassen er was n.l. ook nog de 7de klas. De meesters Soer en van Dijk waren grote voorstanders van een 7de klas, mede om het leerlingenaantal op peil te houden?
In de notulen van de ouderavond van december 1949 geeft meester Soer te kennen het niet eens te zijn met het verlaten van de school van kinderen, die na de 6de klas naar de huishoud- ambacht- of landbouwschool gaan. Voor die kinderen is het doorlopen van een 7de klas toch echt noodzakelijk. Daar dit echter een aangelegenheid van de ouders is, hoopt hij, dat deze toch het belang van een laatste schooljaar zullen inzien. In 1957 gingen uitsluitend de kinderen, die naar de Ulo of H.B.S. konden, vanaf de 6de klas van school, de overigen bleven nog een jaartje.
Wordt vervolgd!
Albert Okken
Roelie Völlink
Bron: archief OBS Anloo.
Ik vond het erg leuk om dit stukje over de leerkrachten van de lagere school in Anloo te lezen.
Juffrouw Jonker was n.l. m’n tante. Tante Hilda is met haar moeder naar Haarlem verhuisd. De eerste jaren woonden ze daar in de Gasthuislaan. Als kind kwam ik daar met m’n ouders en zus. Zij hadden toen, in de jaren 50, al televisie. Tante Hilda was een aardige vrouw. Zij is op 29 september 2000 In Haarlem overleden.
Op de schoolfoto ontbreken nog een tweetal namen. Wie kent deze mensen. Graag uw reactie.